en computerschaak
Vanaf 1985 heeft medeverzamelaar Hein Veldhuis een enorme hoeveelheid gegevens verzameld over schaakcomputers, met aanverwante Literatuur en video-opnames. Hein hoopt de komende tijd deze gegevens zo te rangschikken dat zij voor iedereen inzichtelijk worden in zijn database.
Luuk Hofman
Ik mocht de MK 1 omruilen voor de (kort?) daarna verschenen “Fidelity Chess Challenger 7”. Deze was aantrekkelijk genoeg om te kopen, maar er moest wel even fl. 500,00 (euro 227,00) voor worden neergelegd bij Merkelbach! In die tijd toch een behoorlijk bedrag. Even overleggen thuis en dan kopen maar. Je kreeg er een plastik schaakcomputer voor, maar wel met geïntegreerd bord en mooie houtkleurige schaakstukjes. Helaas werden de verpakkingen (in mijn geval) vaak weggegooid. Dat is jammer want de originele doos van onze elektronische vrienden roept nu een gevoel van weemoed op. Ook kon je zien dat de fabrikant er alles aan deed om zijn product aantrekkelijk te maken. Ik vond en vind dat nog steeds, het buitengewoon fascinerend dat een computer tot schaken in staat was/is. Het fenomeen “take back” was toen nog niet bekend en dat maakte dat je je zet zorgvuldig voorbereidde, want het was een omslachtige procedure om de zaak te herstellen.
Later merkte ik bij mijzelf dat ik véél sneller zette als je gewoon op “take back” kon drukken en dat bedierf de schoonheid van het spel wel wat. Maar je blijft natuurlijk verantwoordelijk voor je eigen spel.
Omdat ik zelf een zwakke schaker ben (elo 1300/1400?) en vanwege stressverschijnselen ongeschikt voor het clubschaak, was deze manier van schaken een uitkomst voor me.
Aan de Challenger 7 heb ik ontzettend veel lol beleefd. Meestal speelde ik op niveau 6 en 7 wat wel lang wachten betekende. Ik kan me herinneren dat ik rustig tot 3 uur ’s nachts zat te schaken omdat ik wel erg benieuwd was naar de volgende zet. De volgende dag gewoon weer naar het werk. Soms kon hij na lang nadenken een lachwekkende zet produceren. Volgens mijn notatieboekje, dat ik gelukkig bewaard heb, speelde ik mijn eerste geregistreerde partij op 4 december 1979 op niveau 7. Na 69 zetten had ik hem verschalkt. Bij de “groep” had ik “huis-, tuin- en keukenschaak”genoteerd. Dat klopte m.i. aardig.
In juli 1980 speelde ik het volgende stuitende partijtje:
Wit: Challenger 7 (niveau 6) Zwart: Luuk
1 d4 d5 2 c4 dxc4 3 Da4 Pc6 4 e3 Ld7 5 Lxc4? ( na zeer lang “nadenken” gespeeld, maar nu kan Pxd4 gespeeld worden. Ik speelde echter het onbenullige: e6? 6 Db3 b6 7 Ld2 Ld6 8 Pc3? (Hier had zwart natuurlijk Pa5 moeten doen met loperwinst. Argeloos speelde ik:) Pf6? 9 Pf3? (zie zet 8) 0-0? 10 0-0? Pxg4?. Niet erg verheffend allemaal. Maar nu deed de “7” in deze stelling iets waarvan ik zelfs zag dat het niet goed was….
11 Db5??
(Na 41 minuten gespeeld! Tja, de dame lekker in de baan van de zwarte loper. Nog steeds kon Pa5, maar spectaculairder is natuurlijk: Pxd4 (en daarna doorslaan naar f3). Nou ja, zwart won, dat wel….
Daarna heb ik onder andere het Mephisto ESB 6000 bord gehad en het Sargon Auto Response Board (met modules 2,5, 3 en 4!), maar die zijn helaas ingeruild voor modernere borden zoals het Mephisto Munchen bord. Niets mis mee, maar uit historisch oogpunt gezien een misser….
Maar in die tijd had ik daarvan nog geen besef. Niet lang geleden heb ik ze opnieuw aangeschaft.